Boekbespreking door Maarten ’t Hart van De wereld van Instinct, Niko Tinbergen en het ontstaan van de ethologie in Nederland (1920 -1950) door D.R. Röell (Erasmus Publishing 1996).
’t Hart (hij studeerde zelf biologie en ethologie in Leiden!) geeft hierin een aantal treffende opmerkingen over ethologie en Niko Tinbergen.
Zou ik het ontstaan van de ethologie beschrijven, dan zou ik dát proces beschrijven: van nauwkeurige waarneming, via hypothese-vorming en uitgekookte experimenten, naar uiteindelijk een mathematische bewerking van de waarnemingsresultaten.
Toen ik in 1968 afstudeerde en niets liever wilde dan te mogen werken op de afdeling ethologie zei een Leidse botanicus tegen mij: “Zo, wil je op de afdeling ethologie gaan werken? Wees gewaarschuwd. Daar heerst nog helemaal de geest van Tinbergen.” “De geest van Tinbergen?”, vroeg ik, “wat bedoel je daarmee?” “Wel, dat er kei- en keihard gewerkt wordt, vaak tot diep in de nacht, dat men werkbesprekingen houdt die tot het ochtendgloren doorgaan, en dat men daar vindt dat ’t zo geweldig leuk is om gedragsonderzoek te doen dat het een schande is dat je daarvoor ook nog betaald wordt.” En dat bleek inderdaad woord voor woord waar te zijn.